Vanaf 1 juli 2022 tracering sloopafval verplicht bij grotere sloopwerken
Vanaf de zomer van 2022 zal de tracering van het afval verplicht zijn bij grotere sloop-, renovatie of ontmantelingswerken. Voor deze tracering kunt u een beroep doen op Tracimat.
De verplichting om te traceren staat in VLAREMA 8, de recentste versie van het Vlaams Reglement voor duurzaam beheer van Materialenkringlopen en Afvalstoffen. Dat werd onlangs gepubliceerd in het staatsblad.
Er bestaat sinds 2018 al een verplichting om een sloopopvolgingsplan op te stellen voor bepaalde werken (zie kader). VLAREMA 8 voegt daaraan een nieuwe verplichting toe. Wanneer er een sloopopvolgingsplan opgesteld moet worden, zal ook tracering van het sloopafval verplicht zijn.
De nieuwe maatregel geldt voor sloop-, renovatie- of ontmantelingswerken waarvoor een omgevingsvergunning aangevraagd wordt na 30 juni 2022.

Wanneer is een sloopopvolgingsplan verplicht?
Een sloopopvolgingsplan bevat de lijst van alle afvalstoffen die zullen vrijkomen bij de afbraak. Het moet opgemaakt worden bij sloop-, renovatie- of ontmantelingswerken wanneer het gaat om
- niet-residentiële gebouwen met een bouwvolume van meer dan 1000 kubieke meter;
- in hoofdzaak residentiële gebouwen met een bouwvolume van meer dan 5000 kubieke meter, met uitzondering van eengezinswoningen;
- infrastructuurwerken en onderhoudswerken aan infrastructuur met een puinvolume van meer dan 250 kubieke meter.
Door de nieuwe regelgeving zal vanaf 1 juli 2022 tracering verplicht zijn wanneer een sloopopvolgingsplan verplicht is.
Wat betekent deze nieuwe verplichting voor aannemers?
Wat betreft de opmaak van het sloopopvolgingsplan verandert er niets. De aanvrager van de omgevingsvergunning laat het opstellen en voegt het toe aan de omgevingsvergunningaanvraag. Het sloopopvolgingsplan moet voor alle omgevingsvergunningsaanvragen ingediend na 31 juni 2021 wel conform verklaard worden door een sloopbeheerorganisatie. Het conform verklaarde sloopopvolgingsplan maakt ook een deel uit van de aanbestedingsdocumenten, de prijsvraag of de contractuele documenten. De sloper moet het sloopopvolgingsplan dus krijgen.
De tracering moet ook uitgevoerd worden door een erkende sloopbeheerorganisatie. Op dit moment is Tracimat daarvan het enige voorbeeld. Een sloopbedrijf dat grotere sloopwerken uitvoert zal zich dus moeten aansluiten bij Tracimat.
Tracimat werd opgericht door de Vlaamse Confederatie Bouw, de Confederatie van Aannemers van Sloop- en Ontmantelingswerken (CASO), de Federatie van Producenten van Recycling Granulaten (FPRG) en de Organisatie van Raadgevende Ingenieurs- en consultancybedrijven (ORI).

Waarom deze verplichting?
Om het verbruik van materialen en grondstoffen binnen de bouw te verminderen zullen hoogwaardige recyclage en hergebruik nodig zijn. Met VLAREMA 8 bepaalt de Vlaamse regering daarvoor enkele essentiële voorwaarden: een kwaliteitsvol sloopopvolgingsplan, een traceerbaarheidssysteem en een goede opvolging van de sloopwerken.
De tracering door Tracimat start met de identificatie en inventarisatie van alle gevaarlijke en niet-gevaarlijke materialen, een opvolging van de correcte verwijdering van deze materialen en gaat na wat er gebeurt met de afvalstoffen die vrijkomen tijdens de sloop- en afbraakwerken. Dat reduceert de milieurisico's en vermijdt de verspreiding van asbest en andere gevaarlijke afvalstoffen in de omgeving. De afvalstromen worden zuiverder, wat hoogwaardigere recyclage mogelijk maakt. Dat is een stap in de richting van een circulaire economie. Daarnaast wordt een databank opgebouwd die een basis vormt voor de verdere ontwikkeling van urban mining.
Dankzij de verplichting kunnen ook meer gegevens verzameld worden over de herkomst, de hoeveelheid en de verwerkingswijze van de sloopmaterialen. Op die manier worden de materiaalstromen in de keten zichtbaar en kan het beleid gerichter en sneller worden bijgestuurd.
Door datamining kan eveneens onderzocht worden welke materiaalstromen in de toekomst vrijkomen, en welke samenwerking er mogelijk is tussen de sorteer-, reinigings- en verwerkingsinrichtingen voor de verschillende fracties. Afvalstoffen voor de ene verwerker zijn potentiële grondstoffen voor de andere verwerker. Een betere sloopopvolging door de sloopbeheerorganisatie kan een transitie naar circulaire verdienmodellenbinnen de bouwsector ondersteunen.